Met je gezin het klooster in

Gepubliceerd op Gecategoriseerd als nederlands
panoramafoto, zo mooi als het is.

Het stond al een tijd op mijn verlanglijstje: Een keer met ons gezin het klooster in. En deze zomer was het zover. Onze reis was van Osijek, (Kroatië) naar Nederland omdat we als gezin terugverhuisden vanwege het onderwijs van onze kinderen. Om alle veranderingen een plek te geven gingen we op zoek naar een plek waar we een paar dagen extra rust konden inbouwen. Een plek waar lichaam, ziel en maag gevoedt werden.

 

De monniken in het eeuwenoude klooster in Tyniec bij Krakow (en 50 km van Auschwitz) overtroffen mijn verwachtingen. Het klooster is al 1000 jaar oud en dit sfeervolle citaat uit 1468 doet ook het huidige klooster volledig recht:

Het klooster van Tyniec ligt op een rotsachtige en steile heuvel, gewassen door de Wisla-rivier. Het bestaat uit een stenen kloosterkerk, de stenen cellen van de monniken en bijgebouwen. De heuvel zelf wordt meesterlijk beschermd door muren, torens en andere vestingwerken, en wordt voortdurend bewaakt. Dit is een van onze mooiste juweeltjes in ons thuisland, Polen. Een oude plaats en een machtig fort tegen de strikken van vijanden. Al sinds jaar en dag diende het vanwege zijn ligging haar inwoners van lokaal fruit en meer. Er is ook een flinke boomgaard met vele vruchtbare bomen. Aan de voet van de heuvel zijn er twee tuinen waar kool en andere keukengroenten worden geplant en geoogst.” (Jan Dlugosz, 1468)

Laurens kijkt over de rivier de Wisla. Zijn pet verbeeldt de sleutelen van het hemelrijk en het Woord van de Geest. (Petrus en Paulus)

De tijd heeft in Polen niet stil gestaan en na verloop van eeuwen werd het klooster een ruïne. Er is een verhaal van oorlog, verdriet, verlatenheid, maar ook van vasthouden aan het fundament van het kloosterleven. Vandaag de dag is het klooster een plek waar gastvrijheid, monastiek leven in stilte en eenvoud dagelijks vorm krijgen. Het is ook een plek waar dromen werkelijkheid zijn geworden.

Aan het einde van de 18e eeuw kwam het klooster leeg te staan en voor 150 jaar blijft het vervallen. Stefan Zeromski schrijft daar jaren later gepassioneerd over in 1920:

Oude, broeierige ruïnes van Tyniec! Voor de moderne mens onbegrijpelijk, gebouwd op as meer dan honderdvoud ouder dan jijzelf; na verloop van tijd standvastig door ellende en verwaarlozing, maar toch kunnen je stenen niet meer worden vernietigd. Lege raamgaten, als blinde ogen, staren leeg naar beneden, langs de witte rots naar de snelstromende rivier daaronder. Zijn wateren kabbelen verder, terwijl de abdijruïnes uitkijken naar een afgrond van lang vervlogen tijden ” (Stefan Zeromski, 1920)

wikipedia, monastery Tyniec

Belgische monnik

Gelukkig is dit niet het einde van het verhaal. Karel van Oost, een Belgische monnik met visie voor herbouw, verhuisde in 1939 naar Tyniec. Hij bad en werkte, bad en werkte, bad en werkte en motiveerde elf andere monniken die hem hielpen en samen pakten ze het werk aan: het terugbrengen van het monastieke ritme en het onderwijs voor de dorpelingen. Het werk was letterlijk monnikenwerk: door dapper doorzettingsvermogen kreeg het oude klooster jaar na jaar zijn oude vorm weer terug. De eerste jaren waren bijzonder zwaar: wonen in een ruïne terwijl de Tweede Wereldoorlog door Europa raast. Dit alles met de Regel van Benedictus als uitgangspunt: Bidt en Werk. Daarna volgde de last van 40 jaar communisme. Pas in de laatste 25 jaar kon de restauratie afgemaakt worden.

 

Maar nu staat er dan ook wat: een klooster met diepe wortels in het verleden en zijn takken wijd uitgespreidt in de huidige tijd.

Een oud kruis in de kloostertuin van Tyniec

Alle gasten die aankomen moeten worden ontvangen als Christus zelf, want Hij zal eens zeggen: “Ik kwam als gast en gij hebt Mij opgenomen”. Aan ieder wordt de eer bewezen die men hem verschuldigd is, maar heel in het bijzonder aan de geloofsgenoten en aan de vreemdelingen. (Regel van Benedictus, hoofdstuk 53)

Toen wij als gezin te gast waren, ontdekten we een stevig dagritme dat als een ononderbroken hartslag het leven bepaald. Vrijheid en openheid voor de gasten, die verwelkomd worden alsof Jezus Zelf aan tafel aanschuift. Een eenvoudige, nette, kamer in het oude abdijgebouw, waar het zonlicht elke dag zijn stralen laat schijnen. Alles is in harmonie, als in een paradijs(je).

Moderne monniken

De huidige 35 monniken sluiten zich niet op. Ze hebben hun vaste dagritme, maar ze zien het ook als hun taak de gasten met woord en daad bij te staan. Gasten kunnen een persoonlijk gesprek aanvragen. Je kunt zelf bepalen hoe intensief je mee wilt doen met het ritme van de monniken. Je kunt facebook-vriend worden met een monnik van 80, die nog enkelen van het elftal kent die in 1939 met de wederopbouw begonnen. Zo kwam voor ons als gasten de geschiedenis van deze bijzondere plaats dichtbij. Terwijl we de volgende dag verder rijden praten we met elkaar na over onze tijd in het klooster. Over de rust in de kloostertuin, over het gezang in de kloosterkerk, over het uitzicht over de rivier. En ik vraag me in stilte af wat we mee kunnen nemen de rest van ons leven in. 

Dit was een hoogtepunt van deze zomer. Wat was voor jou een mooie ervaring?