Gastblog van Wil Derkse: Blijven oefenen

Gepubliceerd op Gecategoriseerd als nederlands

Half januari is al voorbij en het lukt me nu pas om weer in een normaal weekritme te komen. Het duurde even na de kerstvakantie. Wat een heerlijke tijd hadden we! Onze drie dochters hadden hun vrienden mee en zo zaten we heel regelmatig met 9 personen rond de keukentafel.

Jong volwassenen en een zoon van 12 die rond zijn groeispurt zweeft, eten heel wat met elkaar en zo was het brood soms al half op voordat het fatsoenlijk afgekoeld was.

(Mam, laat die strik maar zitten, we lusten het zo wel.)

De week na deze volle tafel dagen had ik het geluk om met een groep van vijf het jaar te beginnen op Klooster Nieuw Sion (geen nood, in mei nog een kans) terwijl Jelle thuis het beddengoed verwerkte en de steeds leger wordende tent runde.

Maar nu: To the point. Zo aan het begin van het nieuwe jaar deel ik graag het voorwoord van Wil Derkse in mijn werkboek “Hoe vind ik rust”. Zoals je wellicht weet heeft hij verschillende boeken op zijn naam staan. Ik noem er twee: De levensregel voor beginners. (33e druk) en Een gezegend leven. Hij is oblaat waarbij hij de Benedictijnse levenstyle vorm geeft vanuit de St. Willibrord’s abdij in Doetinchem. Als professor heeft hij van alles voorbij zien komen, het was dus ook wel een opsteker toen hij zei: “Maar dit werkboek is anders, jij hebt het begrepen.”

Maar waarom zou je nu hier dat voorwoord willen delen? Omdat de inhoud van zijn voorwoord laat zien dat het absoluut prima is als het even duurt voordat je weer in je ritme zit. Want een gezegend leven is altijd: werk in uitvoering. Onderweg zijn. Stap voor stap streven naar verbetering als levensambacht.

Dus ik hou me nu stil en laat hierbij Wil Derkse aan het (voor) woord:

Een echt werkboek -‘work in progress’

Benedictus van Nursia schreef een Regel voor monniken in de 6e eeuw. Hij noemt het zelf ‘een kleine levensregel voor beginners’. In ruim 1300 kloosters wereldwijd waarin monialen en monniken in een gemeenschap wonen wordt ook nu nog iedere dag een stukje uit die Regel  voorgelezen. In één jaar komt de hele Regel voorbij, ook die hoofdstukken welke volkstrekt niet meer bij onze tijd lijken te passen, Maar soms toch diepe ervaringsinzichten bevatten. Ook die helpen je bij de les te blijven.

Het woord ‘les’ past bij een zinnetje uit Benedictus’ voorwoord, de Proloog. Hij noemt daarin het klooster een ‘oefenschool voor de dienst aan de Heer’. Maar ook in het klooster verschijnt de Heer meestal niet rechtstreeks, maar in de gast die op onverwachte uren aanklopt, in die tamelijk vals zingende medezuster naast je in de koorbank, in je weliswaar door jezelf medegekozen maar toch soms te veeleisende abdis, in het werk dat voor je ligt, in de vraag in een mail die je te lang nog niet hebt beantwoord. Zo leven we trouwens allemaal wel in een of andere oefenschool voor de dienst, waaronder ook de dienst aan jezelf behoort. Die verdient ook aandacht, liefde en onderhoud.

Dit werkboek dat u nu in handen hebt of op het scherm leest, wil daaraan een bijdrage zijn.

Ik vroeg eens aan een oudere monnik van de Sint-Willibrordsabdij in Doetinchem, waar ik al zo’n veertig jaar vaak te gast ben, en waarmee ik me sinds ruim dertig jaar ook als oblaat structureel verbonden ben, wanneer hij als monnik eindelijk eens was uit-geoefend was. We wandelden over het abdijterrein en waren in de buurt van mooi onderhouden begraafplaatsje van het klooster. Hij wees daarnaar en zei simpelweg: ‘als we daar zijn heengedragen.’

Daarvoor is het ‘oefentijd’. Dit werkboek wil daartoe uitnodigen.

In september 2000 publiceerde ik Een levensregel voor beginners – Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven. Daarin probeer ik elementen uit de Regel van Benedictus te vertalen naar niet-monastieke contexten. De aardige maar voorzichtige uitgever drukte maar een kleine oplage. Hij bleek te voorzichtig – maar bleef aardig en warm in onze verdere contacten. Het boek beleefde vorig jaar zijn 33e druk en werd vertaald in het Engels, het Frans en het Pools. Ik kreeg en krijg nog steeds vele sympathiek reacties. Soms in heel huishoudelijk situaties – ‘ik probeer sinds uw boek de was meer benedictijns op te vouwen’ (nou jijzelf nog, zou mijn zus zeggen) – op het niveau van een grote onderneming – ‘ik heb de houdingen van stabilitas, conversio morum en obedientia stiekem doorgevoerd in de vergaderingen van ons management team’.

Een leuke ervaring was het ook toen ik in de trein van Roermond naar Nijmegen tegenover een echtpaar zat, dat over mijn boek sprak. De vrouw had het al gelezen (en intensief, gezien de vele onderstrepingen), nu was de man aan de beurt. Hij las af en toe stukje instemmend voor, de vrouw knikte met herkenning mee. In Nijmegen moesten we uitstappen, zij waren op doorreis, zo zag ik op hun kofferlabel, op weg naar Vlieland (vakantie?). Wat te doen? Vlak voor Nijmegen moest ik toch wel iets zeggen: ‘De auteur van dat boek heeft uw gesprek met interesse gevolgd’. We moesten alle drie lachen. Enkele maanden later gaf ik een lezing in Vlieland. Het ging om de plaatselijke dominee en zijn vrouw.

Er werd ook gretig en overvloedig geplagieerd. In andere boeken kwam ik hele pagina’s overgenomen teksten uit ‘mijn’ levensregel aan, zonder dat aangegeven werd dat het om citaten ging, en zonder vermelding van auteur en bron. Merkwaardig dat ik me daar niet eens aan stoorde – het woord kan beter in omloop komen, hopelijk met praktische consequenties. Mijn boek was aan vele anderen te danken (die ik wel heb genoemd), de Regel van Benedictus is ook het pruduct van heel wat knip- en plakwerk (met name uit de Bijbel en eerdere kloosterregels).

Het werkboek dat Janneke Huisman schreef is van een andere aard. Ik word door haar nauwelijks geciteerd, het heeft haar duidelijk geïnspireerd, maar het toont vooral haar eigen ‘handschrift’. Ze heeft ongeweten het advies van br. Korneel Vermeiren (nu oud-abt van de trappistenabdij Koningshoeven) opgevolgd dat deze gaf aan tv-journalist Leo Fijen. Die had meerdere kloosterseries gemaakt, ook over mijn boekje, en vroeg heel persoonlijk aan abt Korneel of die een levensregel voor Leo Fijen wilde opstellen. Die reageerde wijs: ‘die moet jijzelf schrijven’, en laat je adviseren door enkele Nederlandse oversten in buitenlandse kloosters, waar jij niet zo bekend bent.

Zo vond Janneke inspiratie bij carmelitessen (die volgen niet de Regel van Benedictus) in Oostenrijk, schreef een levensregel voor eigen gebruik, speels, ‘luchtig’ en praktisch. En ze merkte dat ze ook anderen ermee kon aansporen werkendeweg een eigen levensregel te ontdekken.

Grappig, ook aan dit werkboek wordt permanent gewerkt: door updates van Janneke en door iedere lezer die verlangt naar een ‘luchtige levensregel met rust en ritme’.

Letterlijk ‘work in progress’. Blijven oefenen, dus. 

Wil Derkse

Den Bosch/Nijmegen, 24.8.2023

Als je het leuk vind om achter de schermen te zien hoe ik het creatieve schrijven vorm geef voor de Engelstalige lezers:

kijk dan eens hier.
Je kunt nog mee in mei.

De Stilte dag op Stille Zaterdag staat weer op de agenda: 30 maart. Aanmelden kan hier.

Wat betreft de persoonlijk begeleide Houvast Levensregel trajecten: Er is nog 1 plek in maart. Ik doe dit eens per maand. Laat me weten of jij dit plekje wilt: Jannekeonderweg.nl/contact

Alleen het werkboek aanschaffen, kan ook. In de mooie CLC boekhandel van Apeldoorn ligt het op de plank. Zie mij hier met neef Karel-Jan die met zijn vriendin de winkel runt. Bij de Rank ook binnenkort en Novita in Bennekom doet ook mee. Online bestellen kan ook.