Een pelgrimslied

Gepubliceerd op Gecategoriseerd als nederlands

Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot, o Heer, der legerscharen God,

zijn mij uw huis en tempelzangen,

hoe branden mijn genegenheen,

om ‘s Heeren voorhof in te treen,

Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen, mijn hart roept uit tot God die leeft,

en aan mijn ziel het leven geeft…

Op deze laatste zonovergoten zondagmorgen volgden we eerst de kerkklokken om in het hart van de stad, in de Calvijnstraat bij elkaar te komen, waar we een Wycliffe-collega bezoeken. Nori woont hier met haar man die predikant is van de Hongaarse kerk hier. Samen hebben ze een groeiend gezin. We klommen het heuvelachtige stadje in en kwamen uit bij een eeuwenoude kerk, waar het Geneefse psalter ons tegemoet klonk. Ver van huis en haard klonken deze klanken van intens verlangen naar het binnentreden van God’s huis.
Degenen die ons een beetje kennen, weten hoe Jelle en ik geraakt worden op een plaats waar puurheid, historie en schoonheid samenkomen.
IMG_20130728_120648
Naast de kerk ligt een eenvoudige, monumentale maar zeer stijlvolle pastorie en op het erf staat ook – hoe kan het anders- een christelijke school.
IMG_20130728_120633
En zo kregen we ook een indruk van een stukje authentiek Hongaars leven. Ik las zojuist een artikel in de krant over de kerkenband tussen Nederland en Hongarije. Leuk dat we hier een beetje een beeld van hebben gekregen. In tafelgesprekken kwam er meer van achter de schermen naar voren, zoals uit de communistische tijd.
Die Hongaarse theologen uit het verleden waren wel echte doorzetters om deze monnikenreis te voet af te leggen!
Ik heb respect voor ze.

1 reactie

Reacties zijn gesloten.